Travail de fin d'études[BR]- La participation à deux séminaires sur une thématique fiscale pointue [BR]- La participation à un séminaire méthodologique[BR]- La rédaction d'une dissertation : "Une construction juridique peut-elle être utilement transformée pour permettre d'échapper à l'application de la "taxe Caïman" ?"
Crijns, Natasha
Promoteur(s) : Janssen, Frédéric
Date de soutenance : 10-jui-2024/22-jui-2024 • URL permanente : http://hdl.handle.net/2268.2/19747
Détails
Titre : | Travail de fin d'études[BR]- La participation à deux séminaires sur une thématique fiscale pointue [BR]- La participation à un séminaire méthodologique[BR]- La rédaction d'une dissertation : "Une construction juridique peut-elle être utilement transformée pour permettre d'échapper à l'application de la "taxe Caïman" ?" |
Titre traduit : | [nl] Kan een juridische constructie op nuttige wijze worden getransformeerd om de toepassing van de kaaimantaks te omzeilen? |
Auteur : | Crijns, Natasha |
Date de soutenance : | 10-jui-2024/22-jui-2024 |
Promoteur(s) : | Janssen, Frédéric |
Membre(s) du jury : | Bourgeois, Marc |
Langue : | Néerlandais |
Nombre de pages : | 33 |
Discipline(s) : | Droit, criminologie & sciences politiques > Droit fiscal |
Institution(s) : | Université de Liège, Liège, Belgique |
Diplôme : | Master de spécialisation en droit fiscal |
Faculté : | Mémoires de la Faculté de Droit, de Science Politique et de Criminologie |
Résumé
[nl] De meldplicht, ingevoerd sinds aanslagjaar 2014, fungeert als voorloper van de kaaimantaks. In 2015 werd de kaaimantaks geïmplementeerd in België, waardoor er transparantiewetgeving geldt in de personenbelasting en rechtspersonenbelasting. De kaaimantaks, ook bekend als doorkijkbelasting, belast inkomsten die worden verkregen via een juridische constructie alsof de oprichters deze inkomsten rechtstreeks hadden verkregen. Het object van de kaaimantaks betreft drie mogelijke typen juridische constructie, terwijl het subject van de kaaimantaks de oprichter(-erfgenaam) viseert. De doelstelling is echter nooit geweest om juridische constructies op zichzelf te verbieden.
De programmawet van 25 december 2017 wijzigde de kaaimantaks op verschillende punten. Hierdoor moet er een onderscheid gemaakt worden tussen de versie van de jaren 2015- 2017 (kaaimantaks 1.0) en die van 2018 en later (kaaimantaks 2.0). Na het rapport van het Rekenhof waar verschillende knelpunten uiteen werden gezet, kwam er de kaaimantaks 2.1 om hieraan tegenmoet te komen.
Een van die knelpunten betrof de onduidelijkheid omtrent de substance-uitsluiting. Die vereist dat de juridische constructie over een daadwerkelijke economische activiteit beschikt om aan het toepassingsgebied van de kaaimantaks te ontglippen. De economische activiteit moet, sinds de verduidelijking in de kaaimantaks 2.1, bovendien bestaan uit het leveren van goederen of diensten, wezenlijk zijn en ondersteund worden door personeel, activa, uitrusting en gebouwen. Volgens de Belgische wetgever dan toch. De Europese rechtspraak laat in bepaalde gevallen wel een slechts beperkte mate van substantie toe, indien dit in lijn ligt met de aard van het bedrijf. Zo spreken de typevoorbeelden van een pure holding of een financieringsmaatschappij voor zich, waar kenmerkend weinig personeel of infrastructuur voor nodig is.
De onderzoeksvraag kan dus wel degelijk affirmatief beantwoord worden. Ja, een juridische constructie kan nog steeds op nuttige wijze worden getransformeerd om de toepassing van de kaaimantaks te omzeilen, al zal het in elk geval een stuk moeilijker worden. Men vereist nagenoeg een volwaardige onderneming, wat wel het controleren van de economische activiteit voor de fiscus waarschijnlijk zal vereenvoudigen.
Fichier(s)
Document(s)
Citer ce mémoire
L'Université de Liège ne garantit pas la qualité scientifique de ces travaux d'étudiants ni l'exactitude de l'ensemble des informations qu'ils contiennent.